Fides werkt met de volgende symbolen:
Ballon (zelfvertrouwen) – Bij het werken aan zelfvertrouwen en opkomen voor onszelf, is het belangrijk om een goede houding aan te nemen. Dit is te leren door ons een ballon voor te stellen in onze borst. We kunnen ons enorm opblazen. We kunnen ons een leeggelopen ballon voelen Het fijnste is het om ‘1-ballon’ te zijn. Een goede houding helpt om aardig over onszelf te denken. Andersom helpt aardig over onszelf denken ook bij het verkrijgen van een goede houding.
Ojee-oké (denken) – Ons gedrag wordt erg bepaald door wat we denken. Door ‘ojee en oké gedachten’ te herkennen, krijgen we inzicht in ons gedrag. We leren hierdoor anders te handelen en daarmee de (vaak) irreële angsten en onzekerheden positief om te buigen.
Matroesjka (voelen) – Is een hulpmiddel om onszelf en anderen duidelijk te maken hoe we ons voelen. Het helpt ons om fijne en minder fijne gevoelens te accepteren, om er beter mee om te gaan. Ze zijn er en gaan ook weer voorbij. Het kan ons ook laten zien dat gevoelens, over iets dat niet met ons te maken heeft, te diep binnenkomen. Dat we ervoor kunt kiezen om het los te laten.
Rugzak (ervaringen-geschiedenis) – We hebben als het ware een onzichtbare rugzak. De hele dag maken we van alles mee en dat levert, samen met onze gedachten, allerlei gevoelens op. Deze ervaringen en de betekenis die we er aan gegeven hebben, hebben invloed op ons gedrag. Het is daarom belangrijk om met anderen te delen wat er in onze rugzak zit. Dan begrijpen we beter waarom we (of iemand) op bepaalde momenten reageren zoals we (of hij of zij) reageren (reageert).
Sleutelbos (oplossingen zoeken) – We zouden een probleem voor kunnen stellen als een gesloten deur. Om die deur te openen, hebben we een passende sleutel nodig. Als we een bos vol sleutels hebben, zit er bijna altijd wel eentje bij die past. We weten echter meestal niet meteen welke dat is. Aan de sleutelbos zit ook een grote sleutel. Met deze sleutel, die staat voor het vertrouwen dat er een oplossing is, gaan we sleutels proberen tot we de werkzame gevonden hebben.
Domino (meelopen-groepsdruk) – Beeldt meeloopgedrag uit en geeft daarmee inzicht in groepsprocessen. Met voldoende moed en zelfvertrouwen (1 ballon) lukt het steeds beter om ons niet mee te laten voeren, maar om ‘eruit te stappen’.
100% (zelfacceptatie) – We accepteren wie we zijn en hoe we zijn en dat laten we ook zien. We zijn goed zoals we zijn.
In de onderbouw komen alle symbolen voorbij en worden "de zaadjes geplant", in de middenbouw komen alles echt aan bod en in de bovenbouw wordt er gewerkt aan inzicht en bewustwording. Daarvoor gebruiken we het:
Schema ‘gedrag’ – Geeft inzicht in het eigen gedrag en dat van anderen door het koppelen van de symbolen.